De Tweede Kamer spreekt donderdag 16 januari in een schriftelijk verslag over nieuwe wetgeving voor huizenverhuurplatformen, zoals Airbnb. In aanloop naar deze kamerbehandeling pleit Koninklijke Horeca Nederland (KHN) voor verplichte medewerking van deze platformen als het gaat om toezicht op verhuurders die hierop actief zijn. Volgens de brancheorganisatie moet dit zorgen voor een betere controle en handhaving van onder andere de belastingplicht, brandveiligheidswetgeving en legionellapreventie.
Volgens KHN zijn platformen zoals Airbnb met inmiddels meer dan 30.000 aangesloten accommodaties in Nederland niet meer weg te denken uit de Nederlandse economie. KHN-voorzitter Robèr Willemsen: “Juist daarom is het van belang dat aanbieders op deze platforms gehouden worden aan dezelfde wet- en regelgeving die van toepassing is op horeca. Het kan én mag natuurlijk niet zo zijn, dat de veiligheid van de gasten afhankelijk is van het type accommodatie dat hij of zij boekt. Concurrentie op de horecamarkt is natuurlijk uitstekend, maar dan wel onder gelijke voorwaarden voor alle spelers. Horecaondernemers die zich netjes aan de regels houden, worden in het huidige systeem de dupe van nieuwe aanbieders die de regels ontduiken.”
Nederland mist belastinginkomsten
In de praktijk blijkt het voor de overheid lastig om verhuurders die via platformen accommodaties aanbieden te controleren. Vorig jaar bleek uit onderzoek van Trouw onder andere dat slechts één op de vier verhuurders op Airbnb aangifte doet bij de belastingdienst. Het gebrek aan toezicht op Airbnb-aanbieders heeft volgens KHN niet alleen financiële gevolgen voor de Nederlandse schatkist en uiteindelijk de belastingbetaler. Ook de veiligheid van de gebruikers komt volgens de brancheorganisatie in het geding. Voor de verhuur van vakantieruimten zijn verschillende eisen in de wet vastgelegd. Bijvoorbeeld rondom brandveiligheid. Denk hierbij aan de aanwezigheid van blusmateriaal en goede vluchtroutes. Daarnaast moeten hotels een duidelijk beheerplan maken om ziektegevallen door legionella te voorkomen. Hoteliers worden hierop gecontroleerd door de overheid. Om de veiligheid van gasten te waarborgen, zou dit ook bij Airbnb-aanbieders moeten plaatsvinden. Dat is alleen op het moment dat de verhuurders hun object niet registreren bij de overheid vrijwel niet te controleren. Robèr Willemsen: “Dit is op zijn minst zorgelijk te noemen, zeker als je weet dat hiermee de veiligheid van mensen in gevaar komt.”
Nationale en Europese wetgeving
Minister Van Veldhoven werkt momenteel aan nationale wetgeving, waardoor aanbieders op Airbnb mogelijk verplicht worden zich te registreren bij de overheid. Dat alleen is niet voldoende. KHN wil dat platformen worden verplicht mee te werken aan de naleving van deze registratieplicht. Zij kunnen delen met overheid wie er als verhuurder op Airbnb actief is en hoeveel overnachtingen jaarlijks op een adres plaatsvinden Dit kan volgens KHN gerealiseerd worden door aanpassing van de Europese e-commerce richtlijn. Robèr Willemsen: “In de komende jaren gaat de Europese e-commerce richtlijn op de schop. Dit is een mooie gelegenheid om strengere eisen te stellen aan dit soort verhuurplatforms. Ondertussen heeft Nederland ook als taak om op nationaal vlak te onderzoeken of betere en snellere wetgeving mogelijk is. Wij zien graag dat platformen zo snel mogelijk verplicht worden om niet-geregistreerde verhuurders te verwijderen van hun website. Door een transparanter beleid, weten gasten of ze wel of niet met betrouwbare verhuurders te maken hebben. Daarnaast pleit KHN ervoor dat platformen worden verplicht om noodzakelijke gegevens, zoals het aantal verhuurdagen, te delen met overheidsinstanties, zodat betere handhaving mogelijk is. Zowel als het gaat om een eerlijke belastingafdracht, maar met name ook met het oog op de veiligheid van de gasten.”