Hans Poortvliet was tot eind 2017 directeur van HSMAI Nederland. In 2016 besloot hij met zijn vrouw Jolanda een bed & breakfast te beginnen in Spanje. Voor Bed & Breakfast schrijft hij, op basis van hun ervaringen, maandelijks een column over het wel en wee van het runnen van een bed & breakfast in Spanje.
Bij de aanvang van een Bed and Breakfast zijn er natuurlijk verwachtingen. Dat deze niet altijd stroken met de realiteit en waar dat helaas ook toe kan leiden, kwam in de inleiding van mijn vorige column aan de orde. Bed & Breakfast vroeg ons hoe wij zelf terugkijken op onze eerste anderhalf jaar ervaring als bed & breakfast exploitanten. Tijd voor Jolanda en mijzelf om hier eens wat langer bij stil te staan en een eerste balans opmaken. Te kijken in hoeverre de verschillende verwachtingen die we vooraf hadden met betrekking tot onze nieuwe leef- en werkomgeving in Spanje, werkelijk hebben uitgepakt. Laten we het in deze column beperken tot onze ervaringen met betrekking tot het sociale leven in Spanje.
Wonen in een Spaanse omgeving is een stuk relaxter
Dat is zondermeer uitgekomen. In vergelijking met de door ons achtergelaten hectiek van de Nederlandse randstad, is het voor ons hier nog elke dag een verademing om wakker te worden in deze landelijke, rustige en vooral ‘ruime’ omgeving. Vier wachtende auto’s voor ons en we praten al over ‘file’. Als twee auto’s in de straat even naast elkaar stoppen voor een korte groet, wordt er niet direct geïrriteerd getoeterd. Men wacht gewoon even.
Wonen tussen de Spanjaarden betekent meer intermenselijke interactie
Ook waar! Waar we ook nog steeds volop van genieten is de manier waarop de mensen hier met elkaar omgaan. Als men op straat loopt, kijkt men vooruit en dus niet op een mobiel (op een paar jongeren na). Elkaar aankijken betekent ook elkaar groeten. Een bezoek aan bijvoorbeeld de bakker begint met een duidelijk ‘Buenas Dias’ richting de overige klanten en medewerkers, die jou hierop hetzelfde toewensen. Ander voorbeeld: onze loodgieter appt op vrijdagavond(!) nog even. Of alles, na zijn bezoek de dag ervoor, weer naar behoren functioneert? Zo niet dan komt hij op zijn vrije zaterdag nog even terug. Of wat dacht je van de politieagent die onlangs ‘ons‘ restaurant binnenkwam en vroeg of er iemand een zwarte Peugeot had die verkeerd geparkeerd stond… Oeps de onze! “Nu snel weghalen hoor, anders moet ik jullie bekeuren!” En toen een keer (overigens geheel terecht) de auto van een van onze gasten was weggesleept kreeg deze, na het betalen van de boete (van toch wel 70 euro) meerdere keren door de afhandelende agent in kwestie ‘excuses voor het ongemak’ aangeboden. Daarnaast reed deze agent nog even vooruit naar de parkeerplaats waar de auto was neergezet om te verifiëren of deze in goede staat was achtergelaten.
Spanjaarden zijn meer empathisch/betrokken
Daar lijkt het wel op. Zo werd een vriend van ons in de supermarkt er door de kassière op geattendeerd dat als hij nog één euro meer zou uitgeven, hij een gratis uitrijkaart voor de parkeergarage zou krijgen. Gezien de wachtende rij mensen achter hem, gaf hij aan dat dat niet nodig was. Nou …. zo makkelijk kwam hij er niet vanaf. Ook de mensen in de rij begonnen zich ermee te bemoeien. Dat was toch zonde? Koop nou gewoon nog even iets! Zo ‘dwongen’ ze hem dus eigenlijk om toch nog even snel wat mee te nemen, om zo die gratis uitrijkaart te krijgen. Iedereen opgelucht! Persoonlijk beleven wij dit gedrag absoluut niet als opdringerig of bemoeizuchtig. Ze willen je gewoon helpen om geld te besparen.
Integreren in de Spaanse gemeenschap is een kwestie van tijd
Dat valt nog te bezien. Wat de Spanjaarden namelijk weinig doen - en dat is voor Nederlanders vaak toch wel een maatstaf voor vriendschap - is mensen bij hen thuis uitnodigen. Dat beperkt zich overigens niet alleen tot buitenlanders: het hele sociale leven speelt zich hier gewoon veel meer buiten, dan binnen het huis af. Men ontmoet elkaar op straat, het dorpsplein of in de bar. Als je ons dus vraagt of we, in die kleine twee jaar, al een paar echte, hechte vriendschappen met Spanjaarden hebben opgebouwd, dan is het antwoord; nee! Maar anderzijds als je ze nodig hebt of om raad vraagt, dan zijn ze er wel.
Je gaat familie en vrienden minder zien
Inderdaad! Deze, misschien ook wel voor de hand liggende, aanname kunnen we inmiddels volledig onderschrijven. We zien onze familie en Nederlandse vrienden inderdaad minder. Maar … als we elkaar hier weer zien, dan is de intensiteit en diepgang van het contact van een heel andere orde. In Nederland was het al heel wat als het je lukte om twee keer per jaar daadwerkelijk af te spreken. Meestal voor een etentje, waarna je meestal wel weer voor elf/twaalf uur in de auto zat, omdat er de volgende dag weer gewerkt moest worden. Als onze familie en vrienden er nu echter zijn is er tussen onze dagelijkse werkzaamheden (en vooral ’s avonds) veel meer tijd en échte aandacht voor elkaar. Je leert elkaar dus alleen nog maar beter kennen (en zij tegelijkertijd onze nieuwe leefomgeving). Kort samengevat: De kwantiteit van het contact is afgenomen, maar de kwaliteit zeker niet. (En ja, we zien ook dat we sommige contacten verliezen, maar daar zijn inmiddels ook weer een aantal dierbare nieuwe vriendschappen voor teruggekomen)
Conclusie:
Na twee jaar ‘af en aan’ hier te zijn (Jolanda fulltime, ik de eerste anderhalf jaar ‘parttime’ i.v.m. mijn baan bij de HSMAI tot eind vorig jaar) kunnen wij zondermeer vaststellen dat onze ‘dromen’ en verwachtingen met betrekking tot het leven tussen de Spanjaarden zeker zijn uitgekomen. We kunnen niet anders concluderen dan dat de doorsnee Spanjaard (in ieder geval in deze omgeving) een oprecht vriendelijk, behulpzaam en betrokken mens is. Natuurlijk realiseren we ons ook dat het voorgaande wellicht een beetje ‘Appels met Peren’ (of in deze context: ‘Dorp met de grote stad’) vergelijken is, maar ja … wij wonen nu eenmaal hier en dit is hoe wij onze nieuwe leefomgeving beleven.