De hotellerie als geheel kan opgelucht ademhalen. De diepste kloof van de crisis is overwonnen en in 2014 werden meer Hotelbouwplannen gelanceerd dan in 2012 en 2013. In Amsterdam wordt bovendien gebouwd, veel gebouwd. Dat dit geen overbodige luxe is, blijkt als ik Pieter van Litsenburg van MEININGER spreek.
Eerst de cijfers: het aantal kamers dat bij de hotelbouwplannen betrokken is, blijkt zeer hoog: in Nederland zijn (al deels uitgevoerde) plannen voor de bouw of renovatie van bijna 14.000 kamers gesignaleerd in 2014.
Achter deze cijfers zitten diverse verhalen. Het is bijvoorbeeld tekenend voor deze tijd dat steeds meer kantoorpanden worden omgebouwd tot hotels. Ook de bouw van hotels voor buitenlandse werknemers en – flink in opmars – als kamers voor studenten, nam in 2014 toe. Beide hoteltypes blijken uitstekend aan de vraag te voldoen. De nieuwste trend is de bouw van speciale hotels voor Chinese toeristen en zakenlieden: er zijn er inmiddels drie gepland.
Gemiddeld 74 kamers per plan
Die zaken verklaren natuurlijk mede het hoge gemiddelde aantal kamers per project: ruim 74. Wanneer je dit afzet tegen een gemiddelde van 70 kamers per plan in 2013, is dit een behoorlijke stijging. De andere verklaring voor dit gemiddelde is, op het eerste gezicht vreemd genoeg, de economisch mindere tijd. De kamerprijzen zijn gedaald, waardoor er meer kamers per hotel nodig zijn om de exploitatie rendabel te maken. We zien dan ook dat vooral kleinere bouwplannen vaak van het toneel verdwijnen.
Bijna 200 (ver)bouwplannen
In de zes edities van Hotelbouwplannen in 2014 registreerden we:
183 (ver)bouwplannen. Hiervan zijn er 116 nieuwbouw en 67 verbouw;
13.555 kamers worden gerenoveerd, verbouwd, of nieuwgebouwd;
bij 49 plannen is niet duidelijk om hoeveel kamers
het gaat, of speelt het aantal kamers geen rol;
in 17 plannen zijn (ook) congres- en/of vergaderzalen betrokken;
bij 30 plannen gaat het (mede) om de aanleg van wellness- en/of fitnessfaciliteiten.
Wellness
In 2014 was er bij 30 plannen sprake van wellness. In 2013 was dit nog bij 19 plannen het geval en in 2012 bij 21 plannen. Is wellness daadwerkelijk aan een opmars bezig? Wellnesscentra zitten in zwaarder weer dan hotels met wellnessfaciliteiten. Hotels bieden een overnachtingsmogelijkheid aan, terwijl veel wellnesscentra geen hotelfaciliteiten hebben. Een pluspunt voor hotels. Daarentegen zien we dat veel wellnesscentra het plan hebben opgevat om hotelfaciliteiten te ontplooien.
Het aantal plannen waarbij vergaderfaciliteiten betrokken zijn, is gedaald. Misschien door de (nasleep van) de crisis, misschien door het ‘nieuwe werken’ en de mogelijkheid om middels technologische middelen te vergaderen. Het wordt voor veel hotels steeds moeilijker de vergaderruimtes goed gevuld te krijgen en de focus op leisure groeit daardoor.
Amsterdam
In Amsterdam gaat het uitstekend met de hotellerie. De benen van de gasten hangen nog net niet buitenboord en de aantrekkingskracht van Amsterdam blijft groeien. We nemen MEININGER Hotel Amsterdam City West als voorbeeld. Natuurlijk niet zomaar, maar omdat het hotel pas bekend heeft gemaakt dat, na de geplande uitbreiding, dit hotel straks het grootste van Amsterdam wordt met 321 kamers en 1177 bedden. De CEO van MEININGER, Navneet Bali, verklaarde in januari dat het groeiende toerisme in Amsterdam de basis is voor de uitbreiding. Is er dan ook steeds meer aandacht voor de leisuregast in de Nederlandse hotellerie anno 2015?
Flexibele kamerindeling
“Wij kunnen verschillende doelgroepen bedienen, mede door de flexibele kamerindeling”, vertelt Pieter Bas van Litsenburg, regional manager bij MEININGER Hotels en verantwoordelijk voor Amsterdam, Brussel en Londen. “We bieden bijvoorbeeld een vierpersoonskamer met daarin een twin bed en een stapelbed. Deze kamer kun je op verschillende manieren inzetten; als double room voor single use, als twin kamer, als familiekamer, als kamer voor groepsreizen of scholen of als dormitory, zoals in een hostel. We hebben dan ook veel leisure gasten en zo’n twintig tot vijfentwintig procent van de omzet komt uit de groep van studenten en scholen die ons hotel bezoeken.”
Met de focus op de leisuregast, is er waarschijnlijk ook een andere benadering van de gemeenschappelijke ruimtes. Klopt dit? “Ja en nee. Natuurlijk kiest de traditionele zakenman in pak, die normaal naar Motel One of Ibis gaat, niet vanzelfsprekend voor ons. Een stille lounge waar je in absolute rust de Washington Post kunt lezen, vind je bij ons niet. Hoewel we weleens zakenmannen in pak hebben die vaak direct vooruit boeken voor de volgende keer. Dat komt door de sfeer. Dat komt door de sfeer. Het is hier dynamisch: gezinnen zorgen voor een gezellige drukte, jonge zakenmensen en creatievelingen voelen zich hier thuis en je ziet dat conventies verdwijnen. Mensen willen elkaar als gelijken zien en als gelijken behandeld worden. Een leuk voorbeeld is de gastenkeuken. Je kunt daar gratis gebruik van maken en voor gratis pasta zorgen wij. Gasten laten ook vaak wat achter, dus wanneer je een beetje creatief bent, kun je hier gratis koken en eten. Tof toch?”
Grootste hotel
Pieter is te spreken over de ontwikkelingen in MEININGER Amsterdam City West. “We hebben een gemiddelde kamerbezettingsgraad van boven de 80”, vertelt Pieter. In het weekend zitten we eigenlijk altijd op 100 procent. Uitbreiding is dus geen overbodige luxe, want het hotel loopt heel goed. Binnen twee jaar na opening uitbreiden en binnen drieëneenhalf jaar naar 1177 bedden. Daar ben ik trots op. We starten ook met de bouw van een nieuw hotel bij het Amstelstation, dat in 2017 open gaat. We willen trouwens niet per se de grootste zijn, maar wél de succesvolste.”
Amsterdam heeft meer hotels nodig
“Of de Amsterdamse hotelmarkt een keer verzadigd raakt? Vast wel, maar voorlopig niet. Het centrum wordt groter: vroeger liep dat van Amsterdam Centraal tot het Leidseplein, maar nu strekt het zich uit van west naar oost en van zuid naar een stukje noord. De Pijp is populair en Airbnb is een ontwikkeling die ook een ander soort reiziger naar Amsterdam brengt. Het spreidingsbeleid van de gemeente is erg goed, dus een tweede Venetië worden we echt niet. Sterker nog: de volgende stap is uitbreiding van hotels buiten de ring. Amsterdam moet wel blijven bouwen de komende paar jaar: de hotelkamerprijzen behoren tot de top binnen Europa en om mee te kunnen draaien in de race voor congressen en dergelijke moeten die omlaag. Dat kan alleen bij een groter hotelkamervolume. Kortom: Amsterdam bruist en voorlopig blijft men hier hotels bouwen. Dat wil de gemeente ook en het beleid is voortvarend ingezet.”
Reizigers en vergaderen
“We hebben veel Duitse gasten; we zijn immers een Duits bedrijf. Aziatische toeristen ontvangen we steeds meer, en ook gasten uit het Verenigd Koninkrijk, de ‘Amerika’s’ en de BRIC-landen zien we steeds vaker. Vergaderruimtes hebben we niet; dat willen we ook niet. Hier vlak om de hoek zitten genoeg bedrijven die zich daar in specialiseren. Bovendien kan ik met mijn bezettingsgraad beter kamers verhuren dan zalen. Zalen staan ‘s nachts leeg. En wellness? Nee, daarvoor komt onze doelgroep niet naar Amsterdam. Hoe ik mijn hotel zou omschrijven? Niet traditioneel, maar wel leuk. Niet voor iedereen, maar wel voor de meesten. Een hotel met een huiskamersfeer; dat is een succesvol leisurehotel anno 2015.”
Tweede MEININGER Hotel in Amsterdam
MEININGER Hotels en Provast hebben een langjarige huurovereenkomst getekend voor de Amsteltower. De gemeente Amsterdam selecteerde Provast om een mixed-use gebouw te ontwikkelen met daarin zowel ruimte voor residentie als hotel. Het hotel wordt een MEININGER hotel met 165 kamers. In totaal zal het hotelgedeelte 7.500 m² van totale Amsteltower beslaan en in 2017 openen. Het totale programma van het project Amsteltower bevat 21.500 m². Berkenholt Vastgoed adviseerde MEININGER Hotels bij deze aanhuur. Het investeringsvolume van het project bedraagt circa 70 miljoen euro.
HM302015