De CO₂-emissie veroorzaakt door vakanties van Nederlanders is in 2017 met 10 procent toegenomen tot een recordhoogte van 15,8 Megaton. Sinds 2002 zijn de totale emissies met bijna een kwart toegenomen. Daarbij speelde vooral de groei van het aantal verre vliegvakanties een belangrijke rol. Dat blijkt uit de jaarlijkse analyse van de carbon footprint van de Nederlandse vakantieganger door het Centre for Sustainability, Tourism and Transport (CSTT) van NHTV Breda. Voor de analyse is gebruik gemaakt van gegevens uit het ContinuVakantieOnderzoek (CVO), beschikbaar gesteld door NBTC-NIPO Research.
Toename uitstoot vooral door verre vakanties
Volgens het CVO is het totale aantal vakanties (in binnen- en buitenland) in 2017 in Nederland met 3,4 procent toegenomen tot 36,7 miljoen. De CO₂-emissie van alle binnenlandse vakanties is toegenomen met 2 procent en die van buitenlandse vakanties met bijna 12 procent. In totaal gaat het om 15,8 Megaton ofwel bijna 10 procent van de totale Nederlandse CO₂-uitstoot. Die toename is voornamelijk toe te schrijven aan aanzienlijke stijgingen van het aantal intercontinentale vakanties naar onder andere bestemmingen in Afrika, Australië en het Amerikaanse continent, en in mindere mate aan de groei van (vlieg)vakanties naar Europese bestemmingen als Griekenland en Portugal. De toename van de emissies van intercontinentale vakanties was ruim 20 procent en die van Europese vakanties iets meer dan 7 procent.
Vliegvakanties
De belangrijkste oorzaak voor de groei van de uitstoot is de sterke groei van vliegreizen. Ten opzichte van 2016 stegen zowel het aantal vliegvakanties als de hiermee in totaal afgelegde afstand met 16 procent. De emissies van het hiervoor benodigde vliegverkeer zijn ook met 16 procent toegenomen tot 6,5 Megaton, ofwel 41 procent van alle vakantie-emissies.
Vliegreizen vormen slechts een vijfde van alle vakantiereizen. De gemiddelde retourafstand voor een reis met het vliegtuig kwam op 6.420 km en is 3,5 keer zo ver als die van een gemiddelde vakantie of 11 keer zo ver als een gemiddelde autovakantie. De toegenomen afstand wordt ook veroorzaakt doordat het aantal verre vliegreizen met 21 procent groeiden ten opzichte van 2016. Hoewel het aandeel van deze reizen naar bestemmingen buiten Europa in 2017 slechts 6 procent bedroeg, veroorzaakten deze inmiddels bijna een derde van de totale vakantie-emissies.
Nieuwe klimaatwet in het geding
De CO₂-emissies van de Nederlandse vakantiegangers vormen nu bijna 10 procent van de totale Nederlandse emissies. De luchtvaartemissies zijn echter niet meegenomen in de Klimaatwet. Wanneer de groei van de vakantie-emissies zich voortzet zijn deze in 2032 hoger dan de totale Nederlandse emissies die zijn afgesproken in de nieuwe Klimaatwet. Wanneer de groei weer afvlakt naar gemiddeld 5 procent gebeurt dit in 2036, en als ze afvlakt naar de gemiddelde groei van tussen 2014 en 2017 (2,7 procent) dan gebeurt dat in 2039.