Na een jarenlange promotie van pinnen en contactloos betalen, hoor je de laatste tijd steeds vaker de roep om contant betalen. De Nederlandsche Bank laat van zich horen als voorstander van cash. Wat moet je daarmee in de horeca, waar contant geld voor onveilige situaties zorgt? Maatregelen nemen!
Cash geld heeft vele vrienden, ook als je liefhebbers van zwart geld niet meerekent. In zijn algemeenheid wordt buiten de Randstad nog relatief vaak contant afgerekend. Door het hele land betalen oudere gasten vaker met contant geld. De leeftijdsgroep tussen 19 en 35 bijvoorbeeld voldoet 3 op de 10 betalingen contant; in de groep van 55 tot 75 is dat ongeveer de helft en onder 75-plussers zelfs 6 op de 10. Die leeftijdsgrens schuift steeds verder op, maar ook dan blijft er nog een flinke groep cashbetalers over, namelijk de 2,5 miljoen laaggeletterden. Dat zijn mensen die pinnen moeilijk vinden of die zich gewoon meer op hun gemak voelen met een bankbiljet in hun hand dan met een pinpas. Deze groep overlapt met de groep mensen die met een pinpas al snel te veel geld uitgeeft en voor wie een afgepaste hoeveelheid contant geld een goede bescherming is tegen het beruchte gat in de hand. Ten slotte zijn er nog de liefhebbers van privacy, die geen betaalspoor willen achterlaten van hun handel en wandel. Om wat voor reden dan ook.
Cash blijft
Juist om die groepen te beschermen, vindt De Nederlandsche Bank (DNB) dat cash overal geaccepteerd moet blijven. Dat er hier en daar een cashloze winkel of café is, daar geeft DNB niet zoveel om. Maar de spoeling moet niet té dun worden voor mensen met louter munten en briefgeld in hun portemonnee.
In de praktijk wordt er wel steeds meer geëxperimenteerd met cashloze verkooppunten, ook in de horeca. Kassaleverancier Van Hessen kent er verschillende voorbeelden van, vertelt business manager POS Peter Laheij. “Het zijn voornamelijk wat grotere restaurants en ketens die zonder cash willen werken. Ze houden alleen een geldla aan voor noodgevallen. Als je zo ver wilt gaan, is het belangrijk om de gast goed uit te leggen waarom je het doet: voor de veiligheid van het personeel, voor de hygiëne en om minder fouten te maken met het wisselgeld. Maar soms werkt het niet, zelfs niet in de Randstad. Een klant van ons wilde op de Coolsingel in Rotterdam cashfree werken, maar veel toeristen wilden contant afrekenen. Nu hebben ze toch een kassa met cash.”
Geld veilig opbergen
Voor ondernemers die nu cashfree willen werken, is veiligheid vaak de belangrijkste reden. Gelukkig is het ook mogelijk om veiliger te werken mét contant geld. Zorg om te beginnen dat de kassalade alleen is te openen door bevoegde medewerkers. Dat verkleint de kans dat op een drukke avond op een onbewaakt moment iemand in de verleiding komt om een graai uit de la te doen.
Als er veel wordt gepind, is dat een voordeel omdat de kassalade daardoor minder goed is gevuld. Stroomt de lade in de loop van de dag en avond toch aardig vol, dan is een afroomkluis een goede oplossing. Speciaal voor horeca en retail zijn kluizen te koop met een gleuf, waarin medewerkers het daggeld makkelijk kunnen afstorten zonder dat ze de hele kluis hoeven open te maken. Je kunt er zelfs een gewoonte van maken om ieder briefje van 50 euro in de kluis te stoppen. Een eenvoudige afroomkluis kun je bijvoorbeeld onopvallend onder de bar monteren. Als je zorgt dat het personeel geen toegang heeft tot de kluis, verklein je zo het risico dat zij in gevaar komen bij een overval. Wil je een goede oplossing om het geld meerdere dagen veilig te bewaren, dan is een gecertificeerde en verankerde afstortkluis een betere oplossing.
Wat ook helpt is een euro geldcassette, ook wel klaplade genoemd. Groot voordeel hiervan is dat je de lade afgesloten uit de kassa kunt nemen, zodat je niet met een open lade met geld door de zaak hoeft te lopen. Er zijn ook geldcassettes met een afstortgleuf, waar je grote biljetten meteen veilig in kunt opbergen.
Gesloten systeem
Nog veiliger én zeer hygiënisch is een gesloten kassasysteem, waarmee bijvoorbeeld sommige fastfoodketens werken. “Iedereen kent het van parkeergarages, waar je bij een betaalautomaat ook met munten of bankbiljetten kunt betalen. In de horeca kan dat op dezelfde manier. De medewerker slaat het te betalen bedrag aan, de gast doet zelf het geld in de automaat en het wisselgeld rolt er automatisch uit. Zodra de kluis vol is, geeft het systeem een signaal om het leeg te halen. Dat kan de manager zelf doen of een waardetransporteur”, vertelt Céline Versterre van Cikam.
Veiliger werken met contant geld kan bijna niet. Ook het eigen personeel kan op deze manier niet bij het geld komen. Bovendien bespaart het systeem de ondernemer veel tijd, want geld tellen hoeft niet meer en kasverschillen behoren tot het verleden. Daar hangt wel een prijskaartje aan. Een gesloten kassasysteem kost algauw enkele duizenden euro’s, de bijgeleverde service nog niet meegerekend. Een ander nadeel is dat de gast naar de balie toe moet komen om af te rekenen. Het systeem is daarom bij uitstek geschikt voor bedrijven waar gasten aan de balie bestellen en meteen afrekenen.
Waar gaat het heen?
Contant geld wordt nu nog alom geaccepteerd: 95 procent van de horecabedrijven neemt cash aan en 71 procent heeft een pinapparaat. In totaal neemt cash nog altijd 41 procent van alle transacties in, blijkt uit een recent onderzoek van DNB. Bijna alle bedrijven verwachten daarom dat ze ook in 2022 nog cash zullen accepteren.
Teun van Essen, Miles, Shots, Jackson en Brel in Amersfoort
“Contant geld weigeren vind ik niet gastvrij”
“Pinnen is in een stroomversnelling gekomen door het contactloos betalen. Eén tik en je hebt betaald, dat gaat veel sneller dan wisselgeld teruggeven. Bovendien is contant geld duur en vervelend, omdat je het naar de bank moet brengen en wisselgeld moet halen. Toch zou ik contant geld niet helemaal willen weren. In Shots betaalt bijna iedereen al met pinpas en telefoon, maar ik vind het ongastvrij om te dicteren hoe iemand moet betalen. Ik hoop wel dat contant betalen steeds minder wordt, zodat ik straks nog maar één kassa nodig heb met wisselgeld."