“Airbnb moet verboden worden, in de hotellerie schuilt de oplossing”, luidde de kop boven een artikel van Ilja Leonard Pfeijffer niet zo lang geleden in Hospitality Management. Verbieden is allicht te ver doorgetrokken, maar meer regulering is op zijn plaats. In heel Europa zoeken steden naar een manier om tijdelijke verhuur van woningen aan banden te leggen. Punt is dat zonder de medewerking van Airbnb een effectieve handhaving niet te doen is. En hier wringt de schoen. De advocaat-generaal (A-G) van het Europese Hof van Justitie (HvJEU) heeft met zijn advies van 30 april 2019 in een door de Franse staat tegen Airbnb Ireland aangespannen zaak niet aan dit doel bijgedragen. De conclusie van de A-G is weliswaar niet bindend en ook al moet het HvJEU nog uitspraak doen, ervaring leert dat het Hof vaak genegen is het advies van de A-G te volgen.
De casus
Airbnb Ireland is de Europese vestiging van Airbnb en richt zich op gebruikers buiten de VS. Met haar online-platform faciliteert Airbnb dat ‘hosts’ die hun accommodatie beschikbaar willen stellen in contact komen met ‘guests’ die daarnaar op zoek zijn. Airbnb zou zich in Frankrijk niet aan de regels houden van de aldaar geldende wet Hoguet. Deze wet bevat regels over de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar. Na een klacht van de Franse vereniging voor professionele accommodatie en toerisme AHTOP klaagde het Franse openbaar ministerie Airbnb Ireland aan voor het verrichten van bemiddelings- en beheerwerkzaamheden van vastgoed zonder het hebben van een professionele vergunning. Airbnb betwist werkzaamheden als vastgoedmakelaar te verrichten en stelt dat zij zich niet aan de regels van de wet Hoguet hoeft te houden. De reden? Een beroep op de vrijheid van dienstverlening, volgend uit de Europese ‘Richtlijn inzake elektronische handel’. Lidstaten mogen diensten van een informatiemaatschappij die vanuit een andere lidstaat worden geleverd niet zomaar beperken.
De vraagstelling
De Franse rechter weet zich met de zaak geen raad en legt twee zogenoemde prejudiciële vragen voor aan het HvJEU:
Vraag 1
Een informatiedienst zoals gedefinieerd in de richtlijn is een dienst tegen betaling, op afstand, langs elektronische weg en op verzoek van de afnemer van de dienst. De A-G overweegt dat Airbnb Ireland zowel diensten via een elektronisch platform als diensten met een niet-elektronische component aanbiedt, zoals een evaluatiesysteem inclusief bepaalde consequenties ingeval van een negatieve beoordeling, alsook aanvullende diensten voor verhuurders, zoals een fotografie-service, een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering en een instrument om de huurprijs van de accommodatie te bepalen. (Diensten toch die kenmerken vertonen van de werkzaamheden van een tussenpersoon bij vastgoedtransacties).
Bepalend is echter, aldus de A-G, of deze ‘materiële’ diensten onafscheidelijk verbonden zijn met het beheer van het elektronisch platform (de informatiedienst). Als criterium geldt daarbij of Airbnb beslissende invloed uitoefent op de (voorwaarden van de) verhuur van accommodatie. Daar is volgens de A-G geen sprake van. Airbnb heeft géén invloed op de prijs of de voorwaarden van de verhuur, en haar bevoegdheid om te schorsen, annuleren en de toegang te ontzeggen zijn enkel bedoeld om de standaard van het platform te beheren. Het beheer van het platform is daarom te onderscheiden van de materiële diensten, die hieraan ondergeschikt zijn. De diensten van Airbnb kwalificeren volgens de A-G dan ook als informatiedienst en daarmee is de Richtlijn inzake elektronische handel van toepassing.
Vraag 2
De tweede vraag gaat over het toepassingsbereik van de wet Hoguet. Kan Frankrijk – niet zijnde de lidstaat van origine – regels opleggen aan informatiedienstverlener Airbnb? De richtlijn bepaalt dat lidstaten het vrije verkeer van informatiediensten uit een andere lidstaat niet mogen beperken. Oftewel, er mogen geen strengere regels gelden dan de reeds bestaande regels in de lidstaat van origine. Dit zou het principe van vrij verkeer van diensten volgens de A-G significant verzwakken. Frankrijk mag dus geen strengere regels aan Airbnb opleggen dan gelden in Ierland, zoals met toepassing van de wet Hoguet het geval zou zijn. De keuze voor een lidstaat van vestiging wordt daarmee van groot belang.
Er mag alleen inbreuk worden gemaakt op het vrij verkeer van informatiediensten als dit noodzakelijk is voor de openbare orde, bescherming van de volksgezondheid, de openbare veiligheid en de bescherming van consumenten. Dáárbij geldt dat een lidstaat die bepaalde maatregelen wil nemen, eerst de lidstaat van herkomst moet verzoeken daartoe over te gaan, en ook de Europese Commissie op de hoogte dient te stellen van haar voornemen. Frankrijk had beide stappen niet doorlopen ten aanzien van de wet Hoguet met als gevolg, aldus de A-G, niet-afdwingbaarheid ervan. Hoewel je je kan afvragen in hoeverre in steden als Amsterdam, Venetië en Barcelona niet allang sprake van is van genoemd noodzakelijkheidscriterium, lijkt Airbnb hier de dans dus te ontspringen.
Tot besluit
"One thing must be clear: A carte blanche for holiday rental platforms is not the solution.”, schreef de gemeente Amsterdam in haar reactie. Daarentegen geeft de conclusie van de A-G volgens Airbnb “een duidelijk overzicht van welke regels van toepassing zijn op economische deelplatforms als Airbnb en hoe die kansen creëren voor consumenten.” De steden Amsterdam, Barcelona en Parijs hebben hun krachten reeds gebundeld. Zij eisen in een gezamenlijke brief onder andere steun van de Europese Unie. Maar hoe je het ook wendt of keert, het reguleren van Airbnb – waar de grote Europese steden al zo mee worstelen – wordt hen naar alle waarschijnlijkheid nog wat moeilijker gemaakt. Alle reden dus voor (Nederlandse) steden die een Airbnb-beleid voeren om de Europese jurisprudentie scherp in de gaten te houden. Wordt vervolgd…
Op de foto, v.l.n.r.: Mariëlle Sterk, Loes ter Meer, Nico Jacobs, Anita Nijboer, Martine de Koning, Lieke Feenstra en Joost Schmaal
Auteurs: Nico Jacobs en Loes ter Meer, advocaten Vastgoed & Bouw Kennedy Van der Laan
Deze artikelenreeks wordt verzorgd door het Hospitality Team van Kennedy Van der Laan. Voor vragen kunt u contact opnemen met Nico Jacobs (Tel: 06-53999404; e-mail nico.jacobs@kvdl.com).